Jozua 10: 12-14 vervolg: de Schrift legt zichzelf uit

Opnieuw de vraag uit Jozua 10: Hoe werd zijn gebed verhoord?

Jer. 31:36 Dit zegt de HEER, die de zon heeft gemaakt als het licht voor de dag, de maan en sterren als lichten voor de nacht… Pas als deze orde ophoudt te bestaan… bestaat ook Israël niet meer.

Jer. 33:20,21 Als mijn verbond met de dag en de nacht kon worden teniet gedaan zodat de dag en de nacht niet meer op tijd zouden aanbreken, dan zou ook mijn verbond met mijn dienaar David kunnen worden teniet gedaan.

Ps 89:37,38 Davids dynastie zal altijd voortleven, zijn troon voor mij staan als de zon, als de maan die standhoudt voor eeuwig, trouwe getuige aan de hemel.

Bewijzen deze teksten niet dat de vraag van Jozua aan de Here om langer daglicht om de strijd tot een geslaagd einde te brengen in dichterlijke vrijheid een plaats gekregen heeft in het Boek van de Oprechte? (Het Boek van de Oprechte moet een boek zijn geweest waarin allerlei gebeurtenissen uit Israëls geschiedenis vaak in dichtvorm zijn opgenomen.)

In deze vorm: Zon, sta stil boven Gibeon, maan, blijf staan boven de vlakte van Ajjalon. Met als verhoring: En de zon stond stil en de maan bleef staan.

Als variant noem ik de negende plaag van drie dagen diepe duisternis om Israël te laten vertrekken. Stel dat het Boek van de Oprechte toen al dienst had gedaan. Dan had deze gebeurtenis in prozavorm vermeld kunnen zijn: In Egypte bleef de zon drie dagen achter de kim, maar Israël scheen hij volop.

En dat, terwijl de zon bij deze straf op geen enkele wijze betrokken was.

Ook nog het volgende: Jes. 45 begint met een opdracht aan Cyrus. Hij wordt door God ingeschakeld om Zijn volk weer naar eigen grond terug te doen keren. Daarbij zal Cyrus allerlei strijd te voeren hebben, maar de HEER bemoedigt hem: IK zal voor je uitgaan IK zal ringmuren slechten .... IK heb je omgord met wapens, IK ben de HEER, er is geen ander, die het licht vormt en het donker schept.

Hierbij vul ik aan dat er niet staat: IK heb het licht gevormd (schepping) en het donker geschapen (bij de schepping). Neen, zo lijkt mij, bemoedigt de Here Cyrus in de strijd die komen gaat: als het nodig is geef Ik duisternis of anders licht. (Dat gaf de HERE immers ook aan Jozua en duisternis in Egypte; Dat moet wel bij je opkomen bij het lezen van dit Schriftgedeelte).

Nooit zou God aan Cyrus hebben beloofd, als het vanwege de strijd nodig was, dat Hij de zon en de maan zou laten stilstaan!! Hij verbreekt immers nooit zijn verbond met zon en maan!

Terug naar Jozua 10.

De gegeven duisternis in Egypte ging buiten zon en maan om. Dan nu mijn vraag aan theologen: Mag ook niet gesteld worden dat Jozua’s gebed om langer daglicht, ook verhoord werd zonder dat zon en maan daarvoor ingeschakeld zijn geweest. En dat God op zijn manier licht gaf zo lang dat nodig was en op dié plek waar de strijd uitgevochten moest worden.

We laten ons door dichterlijke vrijheidsconstructies toch niet uit het veld slaan!

Ook hoefden Eskimo’s en Indianen niet de schrik van hun leven te krijgen…

Wanneer we als Bijbel-gelovigen bovenstaande conclusie ons eigen zouden mogen maken dan hoeven geleerden zich ook niet langer bezig te houden met de geweldige gevolgen in het grote heelal als zon en maan door de HERE waren stilgezet.

J.W.v.D.