Formulier voor de viering van het Heilig Avondmaal

Formulier voor de viering van het Heilig Avondmaal

Druppels water; druppels bloed. Zou je een verpleegster vragen naar het verschil tussen die twee wat betreft het volume, dan heeft ze vast een antwoord. Ook de offeraars in oud Israël, die veel druppelend bloed voorbij zagen komen wisten dat die druppels duidelijk dikker waren dan de regendruppels die van tijd tot tijd neervallen.

Zondag werd weer het H. Avondmaal gevierd met vooraf het lezen van één van de formulieren die door de kerken daaraan toegevoegd zijn.

Dit keer was aan de beurt het uitgebreide formulier. Voor mij is dat het formulier dat begint op blz. 737 van het Gereformeerd Kerkboek. Daarin staat op blz. 740 te lezen: Zo heeft Hij in gehoorzaamheid alle gerechtigheid van Gods wet voor ons vervuld, vooral toen de last van onze zonden en van Gods toorn Hem het bloedige zweet in de hof heeft uitgeperst.

Ik heb in een oud medisch gezondheidsboek het verschijnsel zweten opgezocht en zag staan: in de huid zijn zweetkliertjes, die een waterige vloeistof produceren. Ook bij het onderdeel bloedingen geen enkel verband met zweten. Zouden artsen en verpleegsters, deskundigen, toch tot een andere conclusie komen? Of zeggen: bloedig zweten is ondenkbaar!

Maar lees je bij dit “bloedig zweten” naar de verwijzing van Luc. 22:44, dan staat er ook heel wat anders: en zijn zweet werd als bloeddruppels die op de aarde vielen (vert. 51, omdat die daarbij gebruikt is)

Maar ook de Staten Vert. en de NBV wijzen in die richting: druppels als bloed.

Als wij pijn hebben kan het zweet ons uitbreken. Maar dan meest in druppeltjes zoals van regen.

Lucas tekent ons Christus’ doodsangst in Getsemane door aan te geven dat zijn zweet in grote druppels neerviel; in de grootte van bloeddruppels. Voor Israël en anderen heel verstaanbaar!

Waarom bovengenoemd geschrijf? Datheen (1531 – 1588) is er misschien al mee begonnen. Daar lees je: ende des toorns Godts het bloedige sweet in den hof uitgedruckt heeft. Echter bij alle vernieuwingen in de loop der tijden is gebleven het bloedig zweten.

Waarom, vraag ik mij dan af. Doen wij de Bijbel geen oneer aan door verkeerd te citeren? Deskundigen kunnen misschien antwoord geven, welke de reden is dat “bloedig zweten” is gehandhaafd bij al het vernieuwen de jaren door.

Het bloed dat Christus voor ons gestort heeft kwam uit de wonden die Hem werden toegebracht. Door heel het Oude Testament heen klonk: zonder bloedstorting geen vergeving. Zou het niet beter zijn als in het formulier waar verwezen wordt naar Lucas 22:44 gelezen wordt: ..... vooral toen de last van onze zonden en van Gods toorn Hem het zweet in dikke druppels, als van bloed, in de hof heeft uitgeperst.

Er is nog iets in dit formulier dat ik onder de aandacht wil brengen.

Bij onze broodmaaltijd liggen de gesneden boterhammen al op de schaal. Wij nemen er één, snijden die op ons bordje tot stukjes die we naar binnen werken. Die manier van brood eten is niet standaard over heel de wereld. Ook in Israël destijds ging dat anders. Daar kwam een heel brood op tafel. Het hoofd van het gezin brak het in stukken en deelde uit. Wilde men een gast eren dan liet men het breken en uitdelen hem doen.

Een voorbeeld daarvan staat in Lucas 24, waar de Heiland zich voegt bij de twee die op weg zijn naar Emmaüs. Als de Here Jezus uiteindelijk toestemt bij hen mee naar binnen te gaan en er gegeten wordt, dan krijgt Hij de eer, na gebed, het brood al brekend uit te delen. Dat kwam zo vertrouwd over. Het bracht hen tot herkenning: de Heiland. (De uitdrukking “brood breken” wordt soms, geheel ten onrechte, hier als viering van het H. Avondmaal aangemerkt). Die manier van brood eten was er ook bij de Pascha-maaltijd vóór onze Heiland gevangen genomen werd. De maaltijd waarvan Hij gezegd had: Ik heb er hevig naar verlangd dit pesachmaal met jullie te eten voor mijn lijden aanbreekt (luc. 22:15).

Van daaruit stelde de Here Jezus het eerste Heilig Avondmaal in. Daarvan halen we nu dit naar voren: in Marcus 14:22 lezen we: Terwijl ze aten nam Hij een brood, deelde het uit en zei: Neem hiervan, dit is mijn lichaam. (Verg. Matt. 26:26 en Lucas 22:19)

Nu stond in de Bijbelvertaling van vóór 1951: 1 Cor. 11:24 dat de Here Jezus het brood nam …. en zei: Neemt, eet, dat is mijn lichaam dat voor u gebroken wordt.

En dat, terwijl de Bijbel juist aangeeft dat van onze Heiland geen been gebroken zou worden. Daarom de toevoeging bij het gebeuren op Golgota: (Joh. 19:36) opdat het Schriftwoord zou vervuld worden: Geen been van Hem zal verbrijzeld worden. Kijk er ook maar op na: Exod. 12:46, Num. 9:12, Ps. 34:21.

De tegenstrijdigheid in het oude formulier (bedoeld is wat gebruikt wordt in de Geref. Kerk (vrijg.) ) is door de synodes van Arnhem en Heemse weggenomen bij de aanpassing aan de toen nieuwe vertaling 51.

Het werd zo: .... gedenkt en gelooft dat het lichaam van onze Here Jezus gegeven is tot een volkomen verzoening van al onze zonden.

Maar de handeling aan de tafel is niet veranderd. De voorganger neemt als voorheen een reep brood, houdt die omhoog, breekt er stukjes af en deelt die uit; waarbij hij dan dus zegt: voor u gegeven. Soms zegt hij er ook nog maar bij: voor u gebroken.

Nogmaals, wij in het westen breken ons brood niet, maar snijden het.

Het gevaar is toch aanwezig dat bovengenoemde handeling, of een mogelijke gedachte daarbij, blijft haken aan het gebroken lichaam van Christus.

Destijds, zo lijkt mij, had de synode dit ook onder de loep moeten nemen.

Zou de volgende handeling een verbetering zijn? De predikant houdt de schaal met het gesneden brood omhoog en zegt: Dit brood is de gemeenschap met het lichaam van Christus. Neemt, eet, gedenkt en gelooft dat het lichaam van onze Here Jezus Christus gegeven is tot een volkomen verzoening van al onze zonden; en geeft daarna de schaal door.

Hoe prachtig komt daarbij tot uitdrukking: Omdat het één brood is, zijn wij, hoe velen ook, één lichaam; wij hebben immers allen deel aan het ene brood (1 Kor. 10:17)

In hetzelfde verband ook het volgende:

Aan het geven van de beker gaat vooraf, zo is de gewoonte geworden, de handeling van het zichtbaar vullen van de beker. De wijn die we daarbij zien vloeien lijkt een extra accent aan het ritueel te moeten geven. Zou ook dit niet achterwege moeten blijven?

Het H. Avondmaal is niet tot medelijden maar tot gedachtenis ingesteld.

Bovenstaande verhindert niet ons rijk te weten met ons Avondmaals-formulier. Mede daardoor wordt de viering de door God bedoelde geloofsversterking.

J. W.v.D.

P.S. In onze meisjestijd zei mijn zus Martha al (ze was verpleegster): bloed zweten kan niet en bloeddruppels zijn dikker dan andere druppels.